Titel
Schedel en kapspeld van een non uit het klooster Godsweerd
Objectnummer
BR 0531
Beschrijving
Bewijs geleverd
Roermond was vroeger een stad van kloosters. Straatnamen en het stadspark verwijzen naar die historie. Vóór 1784 waren er acht vrouwenkloosters, vier mannenkloosters en een begijnhof. De bewoners brachten hun hele leven binnen de muren van het klooster door. En ook na hun dood bleven hun lichamen nog in de buurt van hun medebroeders en -zusters: kloosters hadden hun eigen begraafplaatsen.
Bij een opgraving op het terrein van het voormalige klooster Godsweerd in 1983 werd deze schedel gevonden, samen met een bronzen speld. De speld diende om een hoofdkap vast te zetten – het bewijs dat dit inderdaad de schedel van een non is. De kap zelf was vergaan.
Bij archeologisch onderzoek op het terrein van het Sint-Ursulacomplex (Begijnhofstraat-Godsweerderstraat) in de jaren 1980-1983 werd een massagraf met verschillende skeletten aangetroffen, mogelijk ontstaan bij een herbegraving. Op enkele schedels bevonden zich bronzen spelden. Het betrof zusters van het klooster Godsweerd. De spelden hebben gediend om de kloosterkap aan het hoofdhaar te bevestigen. Het object is een van deze schedels met speld.
Het vrouwenklooster Godsweerd werd in 1344 gesticht in het gebied van de Deemselstraat. De naam Deemsel is een verbastering van de Latijnse vorm van de kloosternaam, Insula Dei. In 1483 verhuisden de zusters naar een complex aan de eveneens naar hun klooster genoemde Godsweerderstraat. De gebouwen werden begin twintigste eeuw vervangen door nieuwbouw voor het Sint-Ursulacomplex, dat in 1980 werd gesloopt.
Objectnaam
Datering
1483 - 1784